De Amsterdamse topcrimineel Frans Weeling is op de vlucht. Voor een Nigeriaanse bende waarmee hij het aan de stok heeft. Wat hem betreft gaat het over niets; een paar ton slechts. Om uit handen van de Afrikanen te blijven zoekt Frans met vrienden en partners in crime Elias en John zijn toevlucht in een vakantiewoning op Texel. Het wachten tot de storm is overgewaaid duurt lang. Het eiland is deprimerend in het najaar. De mannen hangen wat rond in de woning, het plaatselijke zwemparadijs waar ook geen kip te bekennen is en trekken er uit pure verveling dan maar op uit om de plaatselijke vuurtoren te bekijken. Maar Frans is niet alleen op de vlucht voor zijn criminele vijanden, hij is met name op de vlucht voor zichzelf.